
Jurisprudentie
AU6945
Datum uitspraak2005-11-10
Datum gepubliceerd2005-11-28
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers05/3098 AW
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-11-28
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers05/3098 AW
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verzuim indienen beroepsgronden
Uitspraak
E N K E L V O U D I G E K A M E R
05/3098 AW
U I T S P R A A K
met toepassing van artikel 17 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht in het geding tussen:
[eiser], wonende te [woonplaats], eiser,
en
het bestuur van de rechtbank ‘s-Gravenhage, verweerder.
I. INLEIDING
Bij beroepschrift van 22 mei 2005 heeft eiser beroep ingesteld tegen verweerders besluit van 11 april 2005.
II. MOTIVERING
In artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat het beroepschrift de gronden van het beroep dient te bevatten.
Het ingediende beroepschrift bevat echter geen gronden.
Bij schrijven van 1 juni 2005 is eiser in de gelegenheid gesteld dit verzuim binnen vier weken te herstellen.
Eiser heeft deze termijn ongebruikt laten voorbijgaan.
Bij aangetekend schrijven van 4 juli 2005 is aan eiser nogmaals de gelegenheid geboden de beroepsgronden in te dienen. Daarbij is een termijn gesteld van twee weken na de dag van verzending en is erop gewezen dat overschrijding van die termijn tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep kan leiden.
Eiser heeft ook deze termijn ongebruikt laten voorbijgaan.
Nu niet is gebleken van redenen die een verontschuldiging zouden kunnen vormen voor dit verzuim, acht de Raad het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek wordt beslist zoals hierna in rubriek III is aangegeven.
De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven door mr. R. Kooper, in tegenwoordigheid van E. Blijleven-de Vries als griffier en uitgesproken in het openbaar op 10 november 2005.
(get.) R. Kooper.
(get.) E .Blijleven-de Vries.
Tegen deze uitspraak kunnen de belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van dit afschrift schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT.
De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

